DNA test Pannus en AF

DNA test Anale Furunculosis (Peri-anale fistels) + Pannus

Anale Furunculosis (AF)

Recente studies hebben aangetoond dat de gevoeligheid voor anale furunculosis (AF) wordt geassocieerd met het DRB*00.101 allel. Het risico op het krijgen van AF is 5 keer hoger als de hond drager is van het ​​DRB*00.101 allel. Bij lijders openbaart de ziekte zich op jongere leeftijd dan bij dragers. AF is een niet monogene recessieve ziekte en waarschijnlijk zijn er nog andere onbekende genen bij betrokken. Dit betekent dat als een hond ​​het risico-allel draagt, het niet persé de ziekte zal krijgen omdat er mogelijk een aantal andere genetische of omgevingsfactoren meespelen. Er zijn ook honden die het risico-allel niet dragen en toch AF ontwikkelen. Dit geeft ook aan dat er meerdere genetische factoren meespelen.

Pannus

Recente studies hebben aangetoond dat de gevoeligheid voor Pannus wordt geassocieerd met het haplotype DLA-DRB1*01501/DQA1*00601/DQB1*00.301.

Resultaat

  • VRIJ: Draagt het risico allel DRB*00.101 of risico haplotype DLA-DRB1*00301*01501/DQA1*00601/DQB1 niet.

Heeft een normaal risico op het ontwikkelen van AF en/of Pannus.

  • DRAGER: Draagt 1 kopie van het risico allel DRB*00.101 of risico haplotype DLA-DRB1*00301*01501/DQA1*00601/DQB1.

Het risico op ontwikkelen van AF is 5 keer hoger dan normaal.
Het risico op ontwikkelen van Pannus is 3 keer hoger dan normaal.
Het dier zal het defecte allel statistisch gezien aan de helft van zijn nakomelingen doorgeven.

  • LIJDER: Draagt 2 kopieën van het risico allel DRB*00.101 of risico haplotype DLA-DRB1*00301*01501/DQA1*00601/DQB1.

Het risico op ontwikkelen van AF is 5 keer hoger dan normaal en de ziekte openbaart zich op jongere leeftijd dan bij dragers.
Het risico op ontwikkelen van Pannus is 8 keer hoger dan normaal.
Lijders geven het defect door aan al hun nakomelingen.

Waar testen

Duitsland:
Biofocus

Oostenrijk:
Feragen